Bouwdossiers

Uw zoekacties: Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
386   Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
Inleiding
1. Familie
2. Archief
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden
Inventaris
1. Inventarissen, genealogieën en heraldiek
2. Familie De Wijkerslooth
3. Familie Ram (van Schalkwijk)
4. Onverdeelde goederen Ram van Schalkwijk
5. Familiefondsen Ram van Schalkwijk - De Wijkerslooth
6. Nauw verwante families
7. Overige (verwante) families in Nederland, België en Nederlands-Indië
8. Goederen in Nederland
8.1. Noord-Holland
8.2. Zuid-Holland
8.3. Utrecht
8.3.1. Bunnik-Vechten
8.3.2. Cothen
8.3.3. De Meern
8.3.4. Doorn
8.3.5. Honswijk (Tull en 't Waal)
8.3.6. Houten-‘t Goy
8.3.7. IJsselstein
8.3.8. Langbroek
8.3.8.1. Huis Weerdesteyn
8.3.8.2. Huis Rhodesteyn
8.3.8.3. 19 morgen land in het goed De Melkweg
8.3.8.4. Overige bezittingen
1173 Akte voor Frans Petersz van Vollenhooff, schout, Thoenis Thoenisz Aertsz en Jan Jansz Timmerman, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Huijbert Gerritsz van Eijndhoven en Niclaes Dircksz van der Smach als gasthuismeesters van het Elisabeth en Ewout Gasthuis te Wijk bij Duurstede, verklaren te hebben verkocht aan Adolph van der Wael, heer van Moersbergen, 14 morgen land in Nederlangbroek in 3 percelen waarvan 2 te Rijnwaarts en 1 te Gooijwaarts, 12 mei 1615
1174 Akte voor Egbert van Rijssen, schout, Adriaen Fransen en Jan Hendricksen, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Jan Claesz, wonend onder Lunenburg aldaar, verklaart 500 gulden schuldig te zijn aan Johan van der Waerd met als onderpand 4 morgen land gemeendervoor met 4 morgen van het Convent ten Dael, te Nederlangbroek te Rijnwaarts, met boven Cornelis Cornelisz van Bemmel en beneden de heer van Moersbergen, strekkend van de Langbroekerwetering tot de Hoofdwetering, 14 juni 1636
1175 Afschrift van de condities waaronder het Elisabeth en Ewout Gasthuis te Wijk bij Duurstede wil verkopen 3 percelen land van tezamen 14 morgen in Langbroek, door het gasthuis zelf en Jacob van Coevorden gebruikt, waarvan het 1ste perceel te Rijnwaarts gemeender voor met Goert van der Eem, het 2de perceel te Rijnwaarts en het 3de perceel te Gooijwaarts ligt, ongedateerd [1639]
1176 Akte voor Jan Jansen Timmer, Jan Hendricksen en Cornelis Dircksen, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Roeloff Cornelisz als gemachtigde van Johannes van Woerd, ingevolge procuratie dd. 13 juli 1644 voor notaris Brecht te Utrecht, verklaart te hebben getransporteerd aan Hendrick van den Berch een plecht van 500 gulden met als onderpand 4 morgen land te Nederlangbroek, gemeen liggend met 4 morgen land van het Convent te Dael, voorheen eigendom van Jan Claesz onder Lunenburg, met beneden Godert de Coninck en boven Hendrick van den Berch, strekkend van de Langbroekerwetering tot de Hoofdwetering, 14 juli 1644
1177 Extract uit de akte van boedelscheiding dd. 19 juli 1645 tussen Bitter van der Marssche, heer van Hindersteyn en zijn zuster Marta van der Marssche (geassisteerd door haar oom Johan van der Marssche) als erfgenamen van hun overleden moeder Cornelia van Zuijlen van Nijeveld waarbij Bitter van der Marssche toegedeeld krijgt tweederde van de ridderhofstad Hindersteyn en van 8 morgen land met boven Godart de Coninck en beneden de heer van Moersbergen, 1679
1178 Extract uit een akte dd. 20 juli 1645 waarbij Hadewich van der Steenhuys, geassisteerd door haar man Joost van Bueren, haar goederen specificeert ten behoeve van het huwelijk van Bitter van der Marssche, heer van Hindersteyn, te weten het derdedeel van Hindersteyn en van 8 morgen land met boven Godart de Coninck en beneden de heer van Moersbergen, 1679
1179 Akte waarbij Adriaen IJsbrantsz en Willem Cornelisz van Ommeren, met als getuige Peter van Ravenswaeij, verklaren dat Willem van Ommeren de voorste helft van 6 morgen land in Nederlangbroek, met boven Gerrit Willem van Ommeren en beneden Steven van de Leck, strekkend van de Hoofdwetering tot in de Langbroekerwetering, zal gebruiken en Adriaen IJsbrantsz de achterste helft, 5 februari 1648
1180 Akte voor Dirck van Rijssen, schout, Ghijsbert Janssen Timmer en Jan Hendrickszn Roeijesteijn, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Gerrit Isebrantsz en zijn vrouw Aeltge Stevens van Velpen verklaren verkocht te hebben aan Willem Cornelisz van Ommeren de helft van 6 morgen weiland te Nederlangbroek te Rijnwaarts, gemeender voor met Adriaen Isebrantsz, met boven Gerrit Willemsz van Ommeren en beneden Hendrick van den Berch, strekkend uit de Hoofdwetering tot in de Langbroekerwetering, 1 januari 1651
1181 Akte voor Dirck van Rijsen, schout, Ghijsbert Janssen Timmer en Jan Hendricksz van Roeijesteijn, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Gerrit Willemsz van Ommeren, wonend te Cothen, verklaart te hebben verkocht aan Willem Cornelisz van Ommeren 2 morgen land in Nederlangbroek te Rijnwaarts, met het kapittel van St. Jan te Utrecht en beneden Willem Cornelisz van Ommeren zelf, strekkend uit de Hoofdwetering tot aan halverwege de Langbroekerwetering, 1 januari 1651
1182 Akte, in bijzijn van notaris S. de Romare [te Wijk bij Duurstede], waarbij Willem Cornelisz van Ommeren verklaart te hebben verkocht aan Jelis Aertsz 4 morgen weiland in Nederlangbroek te Rijnwaarts, met boven Cornelis Vollnesz met zijn huurland en beneden Hendrick van den Berch, strekkend uit de Hoofdwetering tot aan het land van Adriaen Isbrantsz toe, 13 januari 1657
1183 Akte voor Diderich van Rijssen, schout, Peter Jansen van Velpen en Roeloff Cornelisz, schepenen van Nederlangbroek en Doorn, waarbij Willem Cornelisz van Ommeren verklaart te hebben verkocht aan Jelis Aertsen, beiden wonend te Cothen, 4 morgen weiland in Nederlangbroek Rijnwaarts, met boven het kapittel van St. Jan en beneden Hendrick van den Berch, strekkend van het land van Adriaen IJsbrantsz tot in de Hoofdwetering, 30 juni 1658
1184 Afschrift van een akte waarbij het Convent van Mariëndaal en Anthonis van Honthorst twee gemeen liggende stukken van elk 4 morgen land te Nederlangbroek, strekkend uit de Langbroekerwetering tot in de Hoofdwetering, ruilen en Van Honthorst zijn verkregen stuk weer ruilt met 4 morgen land, aldaar te Rijnwaarts omtrent Sterkenburg en strekkend uit de Langbroekerwetering tot aan het land van de heer van Weerdesteyn, van en met zijn schoonvader Dirck van Lommetsum, 19 februari 1663
1185 Akte voor Dirck van Rijssen, schout, Peter Jansz van Velpen en Frans Adriaensz, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Alard van Ewijck, administrateur van het Convent van Mariëndael, gemachtigd door de superindententen van de Vrouwenkloosters, verklaart verkocht te hebben aan Antonis van Honthorst 4 morgen land in Nederlangbroek, liggend gemeen met 4 morgen land van genoemde Van Honthorst en behoord hebbend aan genoemd convent, strekkend van de Langbroekerwetering tot de Hoofdwetering, met boven jonker Van Berch van Lunenburg en beneden genoemde Van Honthorst, 29 mei 1663
1186 Akte waarbij de stadhouder van de lenen van de Staten van Utrecht verklaart Anthonis van Honthorst te hebben beleend met 2 morgen land in Nederlangbroek, strekkend van de Broekwetering tot de Gooijerwetering, met boven het Gasthuis te Wijk bij Duurstede en beneden Johan van Baren, welk land hij heeft ontvangen bij decreet van het Hof van Utrecht dd. 12 november 1660 en waarmee voorheen Godart de Coninck op 21 december 1633 beleend is geweest, 15 juli 1664
1187 Akte voor Ambrosius Bosschaert, schout, Roeloff Cornelissen, Willem Folckersen en Aert Jansen Ketel, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Jelis Aertsen, wonend te Cothen, verklaart 600 gulden schuldig te zijn aan Steven van den Berch van Lunenburg met als onderpand vijfdalve morgen land te Nederlangbroek in de Dertig Hoeven beneden de kerk te Rijnwaarts, strekkend uit de Hoofdwetering tot aan het land van Aert Folckersen van Nijkercken, met boven het kapittel van St. Jan te Utrecht en beneden genoemde Steven van den Berch, 3 februari 1668
386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
Inventaris
8. Goederen in Nederland
8.3. Utrecht
8.3.8. Langbroek
8.3.8.4. Overige bezittingen
1187
Akte voor Ambrosius Bosschaert, schout, Roeloff Cornelissen, Willem Folckersen en Aert Jansen Ketel, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Jelis Aertsen, wonend te Cothen, verklaart 600 gulden schuldig te zijn aan Steven van den Berch van Lunenburg met als onderpand vijfdalve morgen land te Nederlangbroek in de Dertig Hoeven beneden de kerk te Rijnwaarts, strekkend uit de Hoofdwetering tot aan het land van Aert Folckersen van Nijkercken, met boven het kapittel van St. Jan te Utrecht en beneden genoemde Steven van den Berch, 3 februari 1668
Datering:
3 februari 1668
Omvang:
1 charter
Opmerkingen:
Zegel verloren. Met aan de andere zijde verklaring dd. 6 januari 1672 van Danïel van den Berch, heer van Lunenburg, als erfgenaam van de overleden Steven van den Berch, dat hij heeft ontvangen van Dirck van Lommetsum, als koper van de vijfdalve morgen, uit handen van Anthonis van Honthorst een daarop gevestigde plecht van 600 gulden
Reden geen uitleen:
Dit stuk is gedigitaliseerd

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
laatste wijziging 16-01-2024
1 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden
1188 Akte waarbij Jelis Aertsz, wonend te Cothen, in het bijzijn van notaris N. de Cruijff, verklaart te hebben verkocht aan Dirck van Lommetsum vijfdalve morgen land te Nederlangbroek, strekkend van het land van Aert Folckertsz tot in de Hoofdwetering, met aan de ene zijde jonker Van den Berch en aan de andere zijde ... [niet ingevuld], 26 december 1671
1189 Afschrift van een akte, voor notaris N. de Cruijff te Utrecht, waarbij Gillis Aertsz, wonend te Cothen, verklaart Adrianus van Lommetsum te machtigen om namens hem te transporteren aan Dirck van Lommetsum vijfdalve morgen land te Nederlangbroek, strekkend van het land van Aert Folckertsz tot in de Hoofdwetering, met aan de ene zijde Cornelis van den Bergh en aan de andere zijde ... [niet ingevuld], 26 december 1671
1190 Akte voor Ambrosius Bosschart, schout, Gosen Jansse Smits en Roeloff Cornelisz, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Adrianus van Lommetsum verklaart namens Gillis Aertsz, wonend te Cothen, ingevolge procuratie dd. 26 december 1671 voor notaris N. de Cruijff te Utrecht, aan Dirck van Lommetsum te hebben verkocht vijfdalve morgen bouwland in Nederlangbroek, strekkend van Aert Volckersland tot de Hoofdwetering, waarvan aan de ene zijde jonker Van den Berch is geland, 28 december 1671
1191 Stukken over een schuld van 9000 gulden van de heer van Moersbergen aan Johan Heuff, gevestigd op in totaal 47 morgen land met een windmolen te Nederlangbroek, strekkend van de Langbroekerwetering tot de Gooijerwetering, 3 april 1672
1192 Akte waarbij het kapittel van St. Jan te Utrecht Cornelia Paulina van de Berch van Lunenburg verlijden met de erfpacht van een halve hoeve land, haar aangekomen door het overlijden van haar vader Steven van de Berch van Lunenburg, in Nederlangbroek in de Dertig Hoeven te Rijnwaarts, strekkend van de Broekwetering tot aan de Hoofdwetering, met boven Gerrit Joost Modden en beneden de erfgenamen van Mariken Cornelis Lambertsdr, 31 december 1675
1193 Akte waarbij notaris A. van Ossenberch te Utrecht verklaart dat uit de registers van het gerecht Nederlangbroek blijkt dat zekere 10 morgen land aldaar, gelegen naast de Gasthuisakker, eigendom van de vrouwe van Geverscop [Anna Cornelia van Marssche], niet met een hypotheek zijn bezwaard, 9 juni 1679
1194 Akte voor Johan de With, schout, Peter Jansz van Velpen en Anthoni Cornelisz van Nijkercken, schepenen van Nederlangbroek, waarbij vrouwe Anna Cornelia van der Marssche, weduwe van Adolf van Oostrum (heer van Hindersteyn), verklaart te hebben verkocht aan Anthoni van Honthorst 8 morgen bouwland in Nederlangbroek, strekkend uit de Langbroekerwetering tot in de Hoofdwetering, met boven genoemde Van Honthorst en beneden de heer van Moersbergen, 10 juli 1679
1195 Stukken over de verkoop door Anna Cornelia van der Marssche (weduwe van Adolph van Oostrum, heer van Hindersteyn) voor 1200 gulden aan Anthoni van Honthorst van 8 morgen land te Nederlangbroek, strekkend uit de Langbroekerwetering tot in de Hoofdwetering, met boven genoemde Van Honthorst en beneden de heer van Moersbergen met de Gasthuisakker, gebruikt door Cornelis Gijsberts, 1679
1196 Extract uit de rekening van Jacob van Sandick, rentmeester van het [Elisabeth en Ewout] Gasthuis te Wijk bij Duurstede dat de heer van Moersbergen 42 gulden in 1680-1681 heeft betaald voor de koop en erfpacht van 14 morgen land in 3 percelen in de Dertig Hoeven [in Nederlangbroek], ongedateerd [ca. 1685]
1197 Akte waarbij het kapittel van St. Pieter te Utrecht verklaart in erfpacht te hebben gegeven aan Guilelmus van Egmond van Nijborgh, heer van Weerdesteyn, een akker land van 4 morgen in Nederlangbroek in de Dertig Hoeven te Rijnwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering over deWeerdesteynse Dwarshoeve tot aan de Cothenseweg, met boven en beneden Guilelmus van Egmond van Nijborgh zelf, 3 juni 1686
1198 Stukken over de erfpacht door de heer van Moersbergen (en later diens weduwe Anna Cornelia van der Marssche) in de jaren 1680-1692 van een stuk land van het Ewoud en Elisabeth Gasthuis te Wijk bij Duurstede van 14 morgen te Nederlangbroek in de Dertig Hoeven, strekkend uit de Hoofdwetering tot in de Gooijerwetering, met boven de heer Van Honthorst en beneden de heer van Weerdesteyn, 1692-1693
1199 Verbalen in het proces voor het Hof van Utrecht van Anthonis van Honthorst tegen het Ewout en Elisabeth Gasthuis te Wijk bij Duurstede over de vrijheid van 4 morgen land te Nederlangbroek, als onderdeel van 3 percelen van tezamen 14 morgen, die hij had verworven van Godart de Coninck die dat land had gekocht van de heer van Moersbergen die dat land eerder van het Gasthuis had gekocht, 1696
1200 Extract van de akte dd. 24 juli 1697 van de condities waaronder Adriaen van Ossenbergh publiekelijk van de kinderen en erfgenamen van de overleden Johan Gerard van Oostrum, heer van Moersbergen, heeft gekocht 8 morgen land in Nederlangbroek, genaamd De Gasthuisakker, waarvan 4 morgen Rijnwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering tot in de Hoofdwetering, met boven de heer Van Honthorst en beneden de heer van Weerdesteyn, gebruikt door Huijbert van Dijk, en 4 morgen te Gooijwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering tot in de Hoofdwetering [Gooijerwetering!], belend als voren, gebruikt door Lubbert de Schipper en Jan Jansen, 1698
1201 Akte waarbij de stadhouder van de lenen van de Staten van Utrecht Margaretha van Lommetsum, na het overlijden van haar man Anthonis van Honthorst, belenen met 2 morgen land in Nederlangbroek, strekkend van de Broekwetering tot aan de Gooijerwetering, met boven het Gasthuis te Wijk bij Duurstede en beneden de nakomelingen van Johan van Baren, waarmee voorheen Anthonis van Honthorst op 15 juli 1664 beleend is geweest, 29 oktober 1701
1202 Akte waarbij de stadhouder van de lenen van de Staten van Utrecht Theodorus van Honthorst, gelet op het overlijden van zijn moeder Margareta van Lommetsum en ingevolge haar testament en dat van haar man Antonis van Honthorst dd. 11 april 1689, belenen met 2 morgen land in Nederlangbroek, strekkend van de Broekwetering tot de Gooijerwetering, met boven het Gasthuis te Wijk bij Duurstede en beneden de nakomelingen van Johan van Baren, waarmee voorheen Margareta van Lommetsum op 29 oktober 1701 beleend is geweest, 4 augustus 1719
1203 Afschrift van de condities waaronder Johan Frederick Mamuchet, heer van Houdringen, op 12 september 1722 van Cornelia Paulina van den Berch van Lunenburg (weduwe van Gerard van Berck), wonend te Den Bosch, heeft gekocht 12 morgen land te Nederlangbroek te Rijnwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering tot de Hoofdwetering, met boven het Domkapittel en beneden de erfgenamen van juffrouw Van Geesdorp, en waarvan 8 morgen erfpachtgoed van het kapittel van St. Jan te Utrecht zijn, alsmede afschrift van de doorverkoop van diezelfde 12 morgen dd. 29 september 1722 door Johan Frederick van Mamuchet aan Theodorus van Honthorst, 1722
1204 Akte waarbij het kapittel van St. Jan te Utrecht verklaart (gelet op het transport door Andreas Becker, als gemachtigde van Cornelia Paulina van den Berch van Lunenburg, weduwe van Eduard van Berck, ingevolge procuratie dd. 24 april 1722 voor notaris J. van Brugge te Den Bosch) in erfpacht te hebben gegeven aan Theodorus van Honthorst een halve hoeve land in Nederlangbroek in De Dertig Hoeven te Rijnwaarts, strekkend van de Langbroekerwetering tot aan de Hoofdwetering, met boven het Domkapittel en beneden de erfgenamen van Justus van Geestdorp, 27 oktober 1723
1205 Akte voor Claes Willemsen de Kruijff, plaatsvervangend-schout, Claes van Cooten en Willem van Lienden, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Johan Andreas Becker als gemachtigde van Cornelia Paulina van den Berch van Lunenburg, ingevolge procuratie dd. 24 april 1722 voor notaris J. van Brugge te Den Bosch, verklaart te hebben verkocht aan Theodorus van Honthorst 12 morgen land te Nederlangbroek te Rijnwaarts in de Dertig Hoeven, strekkend uit de Langbroekerwetering tot de Hoofdwetering, met boven het Domkapittel en beneden de erfgenamen van juffrouw Van Geesdorp, en waarvan een halve hoeve van 8 morgen erfpachtgoed van het kapittel van St. Jan te Utrecht is, 29 oktober 1723
1206 Akte waarbij het kapittel van St. Jan te Utrecht, na het overlijden van Theodorus van Honthorst, aan Margaretha Maria van Honthorst, weduwe van Pieter Boudewijn van Borssele, in erfpacht geeft een halve hoeve land in Nederlangbroek te Rijnwaarts in de Dertig Hoeven, strekkend van de Langbroekerwetering tot de Hoofdwetering, met boven het Domkapittel en beneden de erfgenamen van de juffrouw Van Geesdorp, 12 oktober 1728
1207 Akte waarbij de stadhouder van de lenen van de Staten van Utrecht Margaretha Maria van Honthorst, weduwe van Pieter Boudewijn van Borssele, na het overlijden van haar oom Theodorus van Honthorst, beleent met 2 morgen land in Nederlangbroek, strekkend van de Broekwetering tot aan de Gooijerwetering, met boven het Gasthuis van Wijk bij Duurstede en beneden de nakomelingen van Johan van Baren, waarmee voorheen Theodorus van Honthorst op 4 augustus 1719 beleend is geweest, 13 januari 1729
1208 Akte waarbij het kapittel van St. Pieter te Utrecht verklaart in erfpacht te hebben gegeven aan Everard Vlaer, als gemachtigde van Hendrik de Strooff als executeur van het besloten testament van de overleden Willem Huijbert van Egmond van Nieuborgh, in zijn leven heer van Weerdesteyn, ingevolge procuratie dd. 15 mei 1730 voor notaris W. van Vloten te Utrecht, ten behoeve van diens erfgenamen, een akker land van 4 morgen in Nederlangbroek in de Dertig Hoeven beneden de kerk te Rijnwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering over de Weerdesteynse Dwarshoeve tot aan de Cothenseweg, met boven en beneden Willem Huijbert van Egmond van Nieuborgh, 25 mei 1730
1209 Akte waarbij het kapittel van St. Jan te Utrecht verklaart, ingevolge het overlijden van Maria van Honthorst, weduwe van Pieter Boudewijn van Borssele, aan Eduard Joseph Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, gehuwd met Anna Mechteld van Borssele, in erfpacht te hebben gegeven een halve hoeve land in Nederlangbroek te Rijnwaarts in de Dertig Hoeven, strekkend uit de Langbroekerwetering tot de Hoofdwetering, met boven het Domkapittel en beneden de erfgenamen van juffrouw Van Geesdorp, 31 augustus 1741
1210 Extract uit het register van de Gaasbeekse lenen over een belening door de stadhouder van de lenen van de Staten van Utrecht op 20 maart 1747 van Eduard Pieter Ram van Schalkwijk, na het overlijden van zijn moeder Anna Mechteld van Borssele, met 2 morgen land in Nederlangbroek, strekkend van de Broekwetering op aan de Goijerwetering, met boven het Gasthuis van Wijk en beneden de nakomelingen van Johan van Baren, waarmee zij zelf 24 september 1740 is beleend geweest, ongedateerd [1767]
1211 Akte waarbij het kapittel van St. Jan te Utrecht verklaart, gelet op het overlijden van Anna Mechteld van Borssele, in erfpacht hebben gegeven aan haar weduwnaar Eduard Joseph Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, als vader en voogd over Eduard Peter Ram van Schalkwijk, een halve hoeve land in Nederlangbroek te Rijnwaarts in De Dertien [Dertig] Hoeven, strekkend van de Langbroekerwetering tot aan de Hoofdwetering met boven het Domkapittel en beneden de erfgenamen van juffrouw Geestdorp, 4 april 1747
1212 Afschrift van een akte voor Antoni van Goudoever, schout, Willem van Liende en Gerrit van Nier, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Lammert Lagerweij verklaart wederom van schout en heemraden van Nederlangbroek te hebben gehuurd 12 morgen land aldaar, genaamd Het Frieseland, liggend te Gooijwaarts, 28 november 1757
1213 Extract van de condities waaronder Eduardus Josephus Ram van Schalkwijk publiekelijk van J. van der Maas, Cornelis de Bie en Cornelis van Coothen, schout en heemraden van Nederlangbroek, heeft gekocht 12 morgen bouwland aldaar te Gooijwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering tot aan de Gooijerwetering, met boven H.C.R. Lijnslager en beneden het kapittel van St. Jan te Utrecht, in huur gebruikt door Roelof Gijsbertsen van Vulpen, 19 maart 1764
1214 Akte voor Jan van der Maes, schout, Daniël van den Bergh en Cornelis van Cooten, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Jan Pit en Johan Matthijs Swemmelaer (ambachtsheer van Hardenbroek), heemraden van Nederlangbroek, verklaren te hebben verkocht aan Eduard Joseph Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, 12 morgen land te Nederlangbroek te Gooijwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering tot de Gooijerwetering, met boven H.F.R. Lijnslager en beneden het kapittel van St. Jan, 19 juni 1764
1215 Akte waarbij het kapittel van St. Pieter te Utrecht verklaart in erfpacht te hebben gegeven aan Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, ingevolge het overlijden van zijn vader Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, een akker land van 4 morgen in Nederlangbroek in de Dertig Hoeven beneden de kerk te Rijnwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering over de Weerdesteynse Dwarshoeve tot aan de Cothenseweg, met boven en beneden Eduard Petrus Ram van Schalkwijk zelf, 25 juni 1767
1216 Akte voor Jan Jacob van Straten, plaatsvervangend-schout, Aart de Bruijn en Johan van Driel, schepenen van Nederlangbroek, waarbij Gijsbert Craaijvanger, als rentmeester van het Convent van Maria Magdalena te Wijk bij Duurstede, verklaart te hebben verkocht aan E[duard] P[etrus] Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, een halve hoeve land te Nederlangbroek, met boven het kapittel van St. Jan te Utrecht en beneden Arnoud Pit, strekkend van de Langbroekerwetering tot aan de Gooijerwetering, in huur gebruikt door de weduwe van Joseph de Kock, 29 juni 1767
1217 Akte waarbij het kapittel van St. Pieter te Utrecht verklaart in erfpacht te hebben gegeven aan Jan Tieleman Blekman, als voogd van Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk als erfpachtopvolgster van haar overleden vader Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, mede namens haar eveneens minderjarige zusters Margaretha Thimothea Johanna en Thimothea Maria Ram van Schalkwijk, dochters van Agatha Margaretha Oem, ingevolge testament dd. 28 februari 1775 voor notaris J. de Clefay te Utrecht, een akker land van 4 morgen in Nederlangbroek in de Dertig Hoeven beneden de kerk te Rijnwaarts, strekkend uit de Langbroekerwetering over de Weerdesteynse Dwarshoeve tot aan de Cothenseweg, met boven en beneden Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk en haar twee zusters zelf, 18 maart 1776
1218 Akte waarbij de stadhouder van de lenen van de Staten van Utrecht verklaart Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk, mede ten behoeve van haar zusters Margaretha Thimothea Johanna en Thimothea Maria Ram van Schalkwijk, allen dochters van de overleden Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, ingevolge testamentaire disposities dd. 28 februari en 2 mei 1775 voor notaris J. de Clefay te Utrecht, te hebben beleend met 2 morgen land in Nederlangbroek, strekkend van de Broekwetering tot de Gooijerwetering, met boven het gasthuis van Wijk bij Duurstede en beneden de nakomelingen van Johan van Baren, waarmee Eduard Petrus Ram van Schalkwijk zelf 20 maart 1747 beleend is geweest, 4 april 1776
1219 Rekening van A. van Dam wegens opneming en aankoop op 18 augustus 1808 te Driebergen van landen onder Nederlangbroek, 1809
8.3.8.5. Gerecht
8.3.8.6. Huis Hindersteyn
8.3.9. Oudenrijn en Heicop
8.3.10. Oudewater
8.3.11. Pijlsweerd
8.3.12. Schalkwijk
8.3.13. Snelrewaard
8.3.14. Veenendaal
8.3.15. Wijk bij Duurstede
8.3.16. Wulven
8.4. Noord-Brabant
8.5. Friesland
8.6. Gelderland
8.7. Zeeland
9. Goederen in België
10. Stukken waarvan de plaats in of het verband met het archief niet duidelijk is
11. Varia
12. Bijlage 1: Stamreeks De Wijkerslooth (de Weerdesteyn)
13. Bijlage 2: Stamreeks Ram (van Schalkwijk)
14. Bijlage 3: Concordantie archief Van Wijkerslooth (Het Utrechts Archief)
Erfgoedstuk
15. Bijlage 4: Concordantie archief Huis Hindersteyn
Erfgoedstuk
16. Bijlage 5: Verzameling visitekaartjes onder inv.nrs. 1788-1789 afkomstig van Jean Baptiste Louis Corneille Charles de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Erfgoedstuk
17. Ongeïnventariseerd
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden

Kenmerken

Datering:
1418-1939
Plaatsnaam:
Langbroek, Cothen, Wulven, Velsen, Spaarnwoude, Haarlem, Oudkarspel, Zijpe, Oostgeest, Alkmaar, Edam
Omvang:
13,50
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Herkomst:
Particulier
Auteur:
A.A.B. van Bemmel
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn 1418-1939
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 386
Categorie:
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden