Eerste akte voor:
- ten eerste Pieter Matthijsz, schout, Jeurt Pietersz en Jacob Symonsz, schepenen van Noord-Scharwoude op Langedijk, waarbij de gebroeders Ewit, Cornelis en Willem Jacobsz, erfgenamen van hun overleden vader Jacob Ewitsz, verklaren te hebben verkocht aan Maritgen Arisdr, nagelaten weeskind van Aris Ootgers, een stuk land van 10 geers 6 snees, genaamd ‘De Voorwayt’, eveneens aldaar, welk land hun vader ooit heeft gekocht van Jan Kies als voogd van de kinderen van Barent Wiggersz, die dat weer had gekocht van Jan Haurcx-kinderen, volgens doorgestoken akten dd. 25 mei 1607 en 1 maart 1601;
- ten tweede genoemde schout en schepenen waarbij Jan Jansz, verklaart ter vrijwaring van het bovenbedoelde aan Maritgen Arisdr verkochte land in de tijd van Jan Ewitsz zijn huisvrouw bestevader, en Ewit Jacobsz c.s., als borg te stellen een stuk land van 5 geers, in een geheel van 7 geers, genaamd ‘De Ooster Potge Wayt’, in Noord-Scharwoude aan de noordzijde van de Potgesloot, met ten westen ‘... Potge Wayt’;
- ten derde Jacob Jansz Duyn en Tuenis Gertsz, schepenen van de stad Sint Maarten, waarbij Jan Garmentsz, verklaart ter vrijwaring van het bovenbedoelde aan Maritgen Arisdr verkochte
land in de tijd van Jan Ewitsz zijn huisvrouw bestevader, en Ewit Jacobsz c.s., als onderpand te stellen een ‘wayt’ land van 6 geers eveneens aldaar, allen 28 januari 1610.
Tweede akte voor Pieter Matthijsz Roscam, schout, Jacob Poulsz en Louris Willemsz, schepenen van Noord- Scharwoude, waarbij Jan Kies, als voogd van de nagelaten kinderen van Barent Wiggersz, verklaart dat genoemde Barent Wiggersz bij zijn leven heeft verkocht, welk transport nu geschiedt, aan Jacob Ewoutsz, wonend op de Syp, een stuk land van 10,5 geers in Noord-Scharwoude, genaamd ‘De Voor Waeyt’, waartoe ter vrijwaring als onderpand mede is gesteld een ‘wayt’ land van 8 geers, genaamd ‘Hartse Ven’, bij opdracht van Jan Hanicx-kinderen volgens doorgestoken akte dd. 1 maart 1601, 25 mei 1607., 28 januari 1610, 25 mei 1607, 1 maart 1601