8-1634: Uitdeling van het gasthuis aan de armen: In het gasthuis tot provisie 14 voeder, de melaten tot 5 voeder, Jantge Reijers 2 voeder, Anneke Lucasz tot 3 voeder, de oude Maes Woutersz 3 voeder, Hilleke de breijster tot 2 voeder, Ariken op de Middelweert met Aeltgen Stoffelen tot 2 voeder, Beleken tot 2 voeder, Seger Heest? tot 2 voeder, Tonnisken Gerrits tot 2 voeder, Merbilien d heeckelster tot 2 voeder, Merrij Rijckx tot 1 voeder, Jan Vos tot 2 voeder, Lijsbet Jan Peters 2 voeder, Jan de bierdrager 2 voeder, Lijs Vos 2 voeder, Adriaen la Boouie 1 voeder, Dirck Cruven? 2 voeder, Jan Peter Maiesz aende wall 1 voeder, Jan Vael off aen de wall 2 voeder, Jan Luijten 1 voeder, Aell Rutten 2 voeder, de jonge Laseris in de Greb 1 voeder, Thijs d voerman 1 voeder, Hans Toeriach 2 voeder, Rijck Loijen vrou en Vranck Hendricks 2 voeder, Schamel Annen in de Greb 1 voeder, Neel over het water 2 voeder, Peter de Veer 1 voeder, Bijgje Arie Heijberts 1 voeder, d’schoorsteenvegersvrouw 1 voeder, d’laserisdochter in de Visscherstraet 1 voeder, Marij Jans tot Neel Visschers 1 voeder, Hendrickgen Floris te Achterberg 1 voeder, Lijs Joosten te Achterberg 1 voeder. Nu hebben de bagijnen int clooster voor haer deel elff voeder hertbrant en een voeder pant turff vermogens de reeckeningh.