Bouwdossiers

652 Akte waarbij burgemeesters, schepenen en raad van Amsterdam vidimus geven van een brief van St. Thomasdag [21 december] 1421 waarin ridder Jan van Woerden, heer van Vliet, verklaart te hebben te hebben verkocht aan Claes Roll[e] Heinrixsz het tweederde deel van de visserij van de haven tot Edam, waarvan eenderde deel aan Jan Broeck Willamsz toebehoort, en dat hij zal zorgen voor een bevestigingsbrief van de hertog van Brabant en één van diens vrouw Jacoba van Beieren, dochter van hertog Willem van Holland, alsmede dat hij hen tweeën ‘op sette’ de brieven die ‘ick sprekende hebbe op’ Marken, op Edammerbroek en op de genoemde visserij, 28 september 1472

652 Akte waarbij burgemeesters, schepenen en raad van Amsterdam vidimus geven van een brief van St. Thomasdag [21 december] 1421 waarin ridder Jan van Woerden, heer van Vliet, verklaart te hebben te hebben verkocht aan Claes Roll[e] Heinrixsz het tweederde deel van de visserij van de haven tot Edam, waarvan eenderde deel aan Jan Broeck Willamsz toebehoort, en dat hij zal zorgen voor een bevestigingsbrief van de hertog van Brabant en één van diens vrouw Jacoba van Beieren, dochter van hertog Willem van Holland, alsmede dat hij hen tweeën ‘op sette’ de brieven die ‘ick sprekende hebbe op’ Marken, op Edammerbroek en op de genoemde visserij, 28 september 1472

652 Akte waarbij burgemeesters, schepenen en raad van Amsterdam vidimus geven van een brief van St. Thomasdag [21 december] 1421 waarin ridder Jan van Woerden, heer van Vliet, verklaart te hebben te hebben verkocht aan Claes Roll[e] Heinrixsz het tweederde deel van de visserij van de haven tot Edam, waarvan eenderde deel aan Jan Broeck Willamsz toebehoort, en dat hij zal zorgen voor een bevestigingsbrief van de hertog van Brabant en één van diens vrouw Jacoba van Beieren, dochter van hertog Willem van Holland, alsmede dat hij hen tweeën ‘op sette’ de brieven die ‘ick sprekende hebbe op’ Marken, op Edammerbroek en op de genoemde visserij, 28 september 1472

652 Akte waarbij burgemeesters, schepenen en raad van Amsterdam vidimus geven van een brief van St. Thomasdag [21 december] 1421 waarin ridder Jan van Woerden, heer van Vliet, verklaart te hebben te hebben verkocht aan Claes Roll[e] Heinrixsz het tweederde deel van de visserij van de haven tot Edam, waarvan eenderde deel aan Jan Broeck Willamsz toebehoort, en dat hij zal zorgen voor een bevestigingsbrief van de hertog van Brabant en één van diens vrouw Jacoba van Beieren, dochter van hertog Willem van Holland, alsmede dat hij hen tweeën ‘op sette’ de brieven die ‘ick sprekende hebbe op’ Marken, op Edammerbroek en op de genoemde visserij, 28 september 1472