Archieven

Uw zoekacties: Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn

386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
386   Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
Inleiding
1. Familie
2. Archief
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden
Inventaris
1. Inventarissen, genealogieën en heraldiek
2. Familie De Wijkerslooth
3. Familie Ram (van Schalkwijk)
4. Onverdeelde goederen Ram van Schalkwijk
5. Familiefondsen Ram van Schalkwijk - De Wijkerslooth
6. Nauw verwante families
7. Overige (verwante) families in Nederland, België en Nederlands-Indië
8. Goederen in Nederland
8.1. Noord-Holland
8.2. Zuid-Holland
8.3. Utrecht
8.3.1. Bunnik-Vechten
8.3.2. Cothen
1054 Memorie, opgesteld door notaris W. van der Houve te Utrecht, op basis van tinsbrieven van de Domeinen van Utrecht van de tins in de periode 1593-1657 van een erf met grond, huis en hofstede op de Gemeente te Cothen, groot 74 roeden vierkant, 1671
1055 Afschrift van een akte dd. 7 mei 1652 voor Cornelis Junius, schout, Willem van Ommeren en Gerrit Gerritsz, schepenen van Cothen, waarbij Cornelis Willemsz Vermeer, als erfgenaam van zijn overleden vader Willem Willemsz Vermeer en als man en voogd van zijn vrouw Maria Baers, verklaart dat hij heeft verkocht aan Adriaen Junius, rector binnen Amsterdam, land onder Cothen te weten:4 morgen land met een huis, strekkend uit de Rijn tot aan de Hoofdwetering met boven Roeloff van Bockhorst en beneden het St. Barbara en Laurens Gasthuis;
- vierdalve morgen land, strekkend uit de Hoofdwetering aan de weg die bij de Rijn ligt, met boven de papen van de Buurkerk te Utrecht en beneden de nakomelingen van Daem Cleutinghs;
- een akker van 5 hont, strekkend van de Hoftiend in de Rijnsloot, met boven Jan Gerritsz en beneden de Regulieren, met een uitweg door de hofstede van Willem Cornelisz Pijsell, 1671
1056 Afschrift van een akte dd. 14 mei 1652 waarbij de stadhouder van de lenen en tinsen van de Domproostdij verklaart dat gecompareerd is Ghijsbert van Bijlevelt, als gemachtigde van Cornelis Willemsz Vermeer volgens procuratie dd. 8 mei 1672 voor notaris G. Vastert te Utrecht, die heeft opgedragen de nederste helft van 7 morgen land onder Cothen in het Overrijnseveld, waarvan Jan Roeloffsz van Wijkerslooth en nu het Barbara Gasthuis te Utrecht de bovenste helft heeft, strekkend van de Hoofdwetering tot aan de weg toe, waarmee vervolgens Adriaen Junius, rector binnen Amsterdam, wordt verlijd, 1671
1057 Extract akte dd. 1 augustus 1654 voor [Cornelis] Junius, schout, Willem Cornelisz van Ommeren en Gerrit Aelbertse de Cruijff, schepenen van Cothen, waarbij Herman Haringh, burger te Utrecht, als gemachtigde van het Convent van St. Jan te Utrecht en geautoriseerd door de Staten van Utrecht, ingevolge procuratie dd. 31 juli 1654 voor notaris J. van Houtman te Utrecht, verklaart te hebben getransporteerd de op 27 juni 1654 aan Adriaen Junius, rector te Amsterdam, verkochte en door Adriaen IJsbrantssen gebruikte 40 morgen bouwland in Cothen, waarvan 34 morgen (met een hoekje waar het conventshuis op staat tussen de Rijn en een gemene weg) strekken uit de Rijn tot aan de Trechtweg, met boven die van Moutwijck en beneden het Domkapittel, en 6 morgen strekken uit de Rijnsloot tot aan Coddenoortsland, met boven het Domkapittel en beneden Justus Borre van Amerongen, 1670
1058 Akte voor Cornelis Junius, schout, Adriaen Isbrantsz, Cornelis Cornelisz van Ommeren en Frederick van Voorst, schepenen van Cothen, waarbij Adriaen de Cock, burger en korenkoper te Utrecht, mede namens de andere erfgenamen van de overleden Anna Dircks de Cock, ingevolge machtiging dd. 28 november 1663 voor notaris B. van Eck te Utrecht, en Huijgh Gerritsz van Nesch, weduwnaar van genoemde Anna Dircks de Cock, verklaren 14 morgen land te Cothen, ingevolge akkoord dd. 21 november 1663 voor notaris G. Wttewael te Utrecht, te hebben gescheiden, 31 maart 1664 i
1059 Akte voor Cornelis Junius, schout, Jelis Aertsz van Werckhoven en Cornelis Willemsz Baers, schepenen van Cothen, waarbij Adriaen de Cock, korenkoper en burger te Utrecht, mede namens zijn vrouw Maria van Scholberch, verklaart te hebben verkocht aan Adriaen van Dijck 8 morgen land te Cothen, strekkend van de Trechtweg tot aan de Wijkersloot, die hij zelf gebruikte, met boven het Domkapittel en beneden het kapittel van St. Pieter, 9 maart 1667 i
1060 Akte waarbij het Hof van Utrecht verklaart bij decreet publiekelijk uit de boedel van de overleden Adrianus Junius, rector te Amsterdam, wegens achterstallige betalingen, op 16 januari 1671 te hebben verkocht 15 morgen (na opmeting 13 morgen 458 roeden) land in twee percelen te Cothen aan Anthonis van Honthorst voor 3600 gulden, 16 januari 1671 i
1061 Akte waarbij het Hof van Utrecht verklaart bij decreet publiekelijk uit de boedel van de overleden Adrianus Junius, rector te Amsterdam, wegens achterstallige betalingen, op 16 januari 1671 te hebben verkocht een hofstede met 40 morgen land te Cothen aan Anthonis van Honthorst voor 7800 gulden, 16 januari 1671 i
1062 Afschrift van een akte, voor notaris N. de Cruijff te Utrecht, waarbij Jelis Aertsz, wonend te Cothen, Adrianus van Lommetsum machtigt om namens hem ten behoeve van Dick van Lommetsum te transporteren voor het gerecht van ’t Goy of Houten 1 morgen in ‘t Goy alsmede voor het gerecht van Cothen een erfje (boomgaard) aldaar, zijnde tinsgoed, 26 december 1671
1063 Akte voor Johan de With, schout, Joost Ponssen van Achthoven en Tonis Willemsen Rosweij, schepenen van Cothen, waarbij Jan Janssen, bode van Cothen, gemachtigd ingevolge het akkoord dd. 24 februari 1687 voor notaris D. Woertman te Utrecht tussen de erfgenamen van de overleden Anna Dircks de Cock, in leven gehuwd met Huijgh Gerritsz van Nesch, en Elisabeth Spijk, weduwe van Adriaen van Dijck, wonend in Het Overeind van Jutphaas, verklaart te transporteren aan Elisabeth Spijk 3 morgen land, zijnde de helft van 6 morgen land, te Cothen, strekkend van de Trechtweg tot aan de Rijnsloot, met ten westen genoemde Spijk zelf en ten oosten het Domkapittel, 26 januari 1688 i
1064 Akte, voor Johan de With, schout, Willem Wesenbergh en Berent Cornelisz van Rossum, schepenen van Cothen, waarbij Willem van Dijk als gemachtigde van zijn broer Johan van Dijk, wonend te Amsterdam, ingevolge procuratie dd. 15 april 1691 voor notaris G. van Bijlevelt te Utrecht, transporteert aan zijn zuster Elisabeth van Dijk 8 morgen land in Cothen, strekkend van de Trechtweg tot aan de Wijkersloot, met boven het Domkapittel en beneden het kapittel van St. Pieter te Utrecht, 26 augustus 1691 i
1065 Akte waarbij Adrianus van Wijngaerden verklaart voor 2000 gulden te hebben verkocht aan Adriaen Cornelisz de Graeff, wonend te Cothen, 14 morgen bouwland aldaar, waarvan 8 morgen in gebruik door de weduwe van ... [niet ingevuld] Vervoort en 6 morgen door Neeltje Jelis, weduwe van Huijgh van Nes[ch], 28 november 1696
1066 Afschrift van een akte, voor notaris H. van Woudenbergh te Utrecht, waarbij Adriaen Cornelisse de Graef, wonend te Cothen, verklaart te hebben verkocht aan Anthonis van Honthorst, 14 morgen bouwland in Cothen, die hij zelf op 28 november 1696 voor 2000 gulden van de Utrechtse burger Adrianus van Wijngaerden had gekocht maar daarvan 1400 gulden nog niet heeft betaald, 27 december 1698
1067 Akte voor Johan de With, schout, Willem van Noort en Jan Cornelissen Holl, schepenen van Cothen, waarbij Anthonis van Honthorst, heer van Muiswinckel, verklaart 14 morgen bouwland aldaar op 28 november 1696 te hebben gekocht van Adrianus van Wijngaerden welk land op heden door Van Wijngaerden is getransporteerd, 31 december 1698 i
1068 Akte voor Johan de Wit, schout, Willem van Noort en Cornelis Holl, schepenen van Cothen, waarbij Adrianus van Wijngaerden, burger van Utrecht, verklaart te transporteren aan Adriaen Cornelisz de Graeff, wonend te Cothen, 14 morgen bouwland aldaar, waarvan 8 morgen in gebruik is door de weduwe van N. Vervoort en 6 morgen door Neeltien Jelis, weduwe van Huijgh van Nes[ch], waarvoor de 40ste penning dd. 7 januari 1697 is betaald, 31 december 1699 i
1069 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Margaretha van Lommetsum, weduwe van Anthonis van Honthorst, verklaart dat haar man op 16 januari 1671 bij decreet van het Hof van Utrecht uit de boedel van Adrianus Junius had gekocht een erfje met grond op de Grote Gemeente te Cothen, beginnend aan de boom over de Rijn, strekkend tot de weide van het Vrouwenklooster, 28 roeden lang en 16 roeden breed, uit de Rijn tot de Domproostenweg, zijnde tinsgoed van de Domeinen, waarmee zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 17 oktober 1701 i
1070 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Theodorus van Honthorst verklaart dat hij door het overlijden van Margaretha van Lommetsum, weduwe Van Honthorst, in eigendom had gekregen een erfje met grond op de Grote Gemeente te Cothen, beginnend aan de boom over de Rijn, strekkend tot aan de weide van het Vrouwenklooster, 27 roeden lang en 16 roeden breed, uit de Rijn tot de Domproostenweg, zijnde tinsgoed van de Domeinen, waarmee hij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 26 juni 1719 i
1071 Akten:
- voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Theodorus van Honthorst verklaart dat hij door het overlijden van Margaretha van Lommetsum, weduwe Van Honthorst, in eigendom had gekregen een erf met grond, huis en hofstede op de Gemeente te Cothen, groot 74 roeden in het vierkant, zijnde tinsgoed van de Domeinen, waarmee hij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 26 juni 1719;
- voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Margaretha van Lommetsum, weduwe van Anthonis van Honthorst, verklaart dat haar man op 16 januari 1671 bij decreet van het Hof van Utrecht uit de boedel van Adrianus Junius had gekocht een erf met grond, huis en hofstede op de Gemeente te Cothen, groot 74 roeden in het vierkant, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 17 oktober 1701., 26 juni 1719, 17 oktober 1701 i
386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
Inventaris
8. Goederen in Nederland
8.3. Utrecht
8.3.2. Cothen
1071
Akten:
- voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Theodorus van Honthorst verklaart dat hij door het overlijden van Margaretha van Lommetsum, weduwe Van Honthorst, in eigendom had gekregen een erf met grond, huis en hofstede op de Gemeente te Cothen, groot 74 roeden in het vierkant, zijnde tinsgoed van de Domeinen, waarmee hij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 26 juni 1719;
- voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Margaretha van Lommetsum, weduwe van Anthonis van Honthorst, verklaart dat haar man op 16 januari 1671 bij decreet van het Hof van Utrecht uit de boedel van Adrianus Junius had gekocht een erf met grond, huis en hofstede op de Gemeente te Cothen, groot 74 roeden in het vierkant, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 17 oktober 1701., 26 juni 1719, 17 oktober 1701
Datering:
26 juni 1719, 17 oktober 1701
Omvang:
2 charters
Opmerkingen:
1 Eerste charter: zegel beschadigd; tweede charter: zegel beschadigd
N.B. 2 Charters zijn doorgestoken
Reden geen uitleen:
Dit stuk is gedigitaliseerd

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
laatste wijziging 16-01-2024
1 gedigitaliseerd
totaal 8 bestanden
1072 Akte waarbij Gedeputeerde Staten van Utrecht verklaart Gerard Cocq, schout en gadermeester van Cothen, te hebben geautoriseerd om publiekelijk te verkopen een huis, staande op de Gemeente te Cothen, met ten oosten Volkert Thonisz, ten westen de Stinkersteeg, ten zuiden Cornelis van den Berck en ten noorden de Herenweg, zijnde tinsgoed van de Domeinen, eigendom geweest van Cornelis van Ommeren en gekocht door de vrouwe [Margareta Maria] van Honthorst, weduwe van [Petrus Boudewijn van] Borssele, 26 juni 1728 i
1073 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Cornelis Verkroost verklaart dat Margaretha Honthorst, weduwe van de heer van Borssele, ingevolge koopcodities dd. 26 juni 1728, bij decreet van de Staten van Utrecht had gekocht een huis op de Gemeente te Cothen, met ten oosten Volckert Teunisse van de Leemkolk, ten westen de Stinkersteeg, ten zuiden Cornelis van den Berck [Bergh] en ten noorden de Herenweg, voorheen eigendom van Cornelis van Ommeren, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 6 oktober 1728
1074 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Margaretha van Honthorst, weduwe van Pieter van Borssele, verklaart dat zij door het overlijden van Theodorius van Honthorst had ontvangen een erf, huis en hofstede van 74 roeden vierkant op de Gemeente te Cothen, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 16 december 1738
1075 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Margaretha van Honthorst, weduwe van Pieter van Borssele, verklaart dat zij door het overlijden van Theodorus van Honthorst in eigendom had gekregen een erfje met grond op de Grote Gemeente te Cothen, beginnend aan de boom over de Rijn, strekkend tot aan de weide van het Vrouwenklooster, 28 roeden lang en 16 roeden breed, uit de Rijn tot aan de Domproostenweg, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarbij zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 16 december 1738
1076 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Eduard Joseph Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, verklaart dat zijn vrouw Anna Megteld van Borssele, ingevolge akte dd. 17 juni 1740 voor notaris E. Vlaer te Utrecht, door Margaretha van Honthorst, weduwe van Pieter van Borssele, was geschonken een erf, huis en hofstede van 74 roeden vierkant staande op de Gemeente te Cothen met ten oosten Volkert Teunissen van de Leemkolk, ten westen de Stinkersteeg, ten zuiden Cornelis van den Bergh en ten noorden de Herenweg, voorheen eigendom van Cornelis van Ommeren, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee Eduard Joseph Ram van Schalkwijk vervolgens door de tinsmeester is beleend, 8 augustus 1740
1077 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Eduard Joseph Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, verklaart dat door Margaretha van Honthorst, weduwe van Pieter van Borssele, ingevolge akte dd. 17 juni 1740 voor notaris E. Vlaer te Utrecht, aan zijn vrouw Anna Mechteld van Borssele was geschonken een erfje met grond op de Grote Gemeente te Cothen, beginnend aan de boom over de Rijn, strekkend tot de weide van het Vrouwenklooster, 28 roeden lang en 16 roeden breed, uit de Rijn tot aan de Domproostenweg, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee hij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 8 augustus 1740
1078 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Eduard Joseph Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, als voogd over zijn onmondige zoon Eduard Pieter Ram van Schalkwijk, verklaart dat door het overlijden van Anna Mechteld van Borssele zijn genoemde zoon heeft geërfd een erf met grond, huis en hofstede op de Gemeente te Cothen, groot 74 roeden vierkant, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee hij als voogd over zijn onmondige zoon vervolgens door de tinsmeester is beleend, 22 maart 1747
1079 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Eduard Joseph Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, als voogd over zijn onmondige zoon Eduard Pieter Ram van Schalkwijk, verklaart dat door het overlijden van Anna Mechteld van Borssele zijn genoemde zoon heeft geërfd een huis op de Gemeente te Cothen, met ten oosten Volkert Teunissen van de Leemkolk, ten westen de Stinkersteeg, ten zuiden Cornelis van den Berg en ten noorden de Herenweg, voorheen eigendom van Cornelis van Ommeren, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee hij als voogd over zijn onmondige zoon vervolgens door de tinsmeester is beleend, 22 maart 1747
1080 Akte waarbij de Ridderschap van Utrecht verklaart aan Eduard Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, als opvolger van zijn overleden vader Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, in erfpacht te hebben gegeven 6 morgen land in Cothen, behorend aan het Convent van het Vrouwenklooster (in het kaartboek folio 22, getekend A.B.), strekkend langs de Kromme Rijn, 18 augustus 1767
1081 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Tieleman Blekman, als voogd over de minderjarige Anna Catharina Maria, Margaretha Thimothea Johanna en Thimothea Maria Ram van Schalkwijk, verklaart dat Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk door het overlijden van haar vader Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, in eigendom had gekregen een erf met grond, huis en hofstede op de Gemeente te Cothen, groot 74 roeden vierkant, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee zij, mede namens haar twee zusters, vervolgens door de tinsmeester is beleend, 11 maart 1776
1082 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Tieleman Blekman, als voogd over de minderjarige Anna Catharina Maria, Margaretha Thimothea Johanna en Thimothea Maria Ram van Schalkwijk, verklaart dat Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk door het overlijden van haar vader Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, in eigendom had gekregen een huis op de Gemeente te Cothen, met ten oosten Volkert Teunisse van de Leemkolk, ten westen de Stinkersteeg, ten zuiden Cornelis van den Berg en ten noorden de Herenweg, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee zij, mede namens haar twee zusters, vervolgens door de tinsmeester is beleend, 11 maart 1776
1083 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Tieleman Blekman, als voogd over de minderjarige Anna Catharina Maria, Margaretha Thimothea Johanna en Thimothea Maria Ram van Schalkwijk, verklaart dat Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk door het overlijden van haar vader Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, in eigendom had gekregen een erf met grond op de Grote Gemeente te Cothen, beginnend aan de boom over de Rijn, strekkend tot aan de weide van het Vrouwenklooster, 28 roeden lang en 16 roeden breed, uit de Rijn tot de Domproostenweg, zijnde tinsgoed van Domeinen, waarmee zij, mede namens haar twee zusters, vervolgens door de tinsmeester is beleend, 11 maart 1776
1084 Akte waarbij de Ridderschap van Utrecht verklaart in erfpacht te hebben gegeven aan Jan Tieleman, als voogd over de drie minderjarige kinderen van de overleden Eduard Petrus Ram van Schalkwijk, heer van Weerdesteyn, ingevolge testamentaire dispositie dd. 28 februari 1775 voor notaris J. de Clefay te Utrecht, te weten Anna Catharina Maria, Margareta Thimothea Johanna en Thimothea Maria Ram van Schalkwijk, 6 morgen land in Cothen, behorend aan het Convent van het Vrouwenklooster (in het kaartboek folio 22, getekend A.B.), strekkend langs de Kromme Rijn, 10 juni 1776
1085 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Jan Jacob van Zuijlen van Nijeveld, als gemachtigde van Anna Catharina Ram van Schalkwijk (gehuwd met Henricus Jacobus de Wijkerslooth de Weerdesteyn), ingevolge procuratie dd. 25 oktober 1797 voor notaris J.P. Kuenen te Haarlem, verklaart dat zij van haar overleden vader Eduard Pieter Ram van Schalkwijk had geërfd een erf met grond, huis en hofstede op de Gemeente te Cothen, groot 74 roeden vierkant, zijnde tinsgoed van domeinen, waarmee zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 8 november 1797
1086 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Jan Jacob van Zuijlen van Nijeveld, als gemachtigde van Anna Catharina Ram van Schalkwijk (gehuwd met Henricus Jacobus de Wijkerslooth de Weerdesteyn), ingevolge procuratie dd. 25 oktober 1797 voor notaris J.P. Kuenen te Haarlem, verklaart dat zij van haar overleden vader Eduard Pieter Ram van Schalkwijk had geërfd een huis op de Gemeente te Cothen, met ten oosten Volkert Teunissen van de Leemkolk, ten westen de Stinkersteeg, ten zuiden Cornelis van den Berg en ten noorden de Herenweg, voorheen eigendom van Cornelis van Ommeren, zijnde tinsgoed van domeinen, waarmee zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 8 november 1797
1087 Akte, voor de tinsmeester van de Domeinen van Utrecht, waarbij Jan Jacob van Zuijlen van Nijeveld, als gemachtigde van Anna Catharina Ram van Schalkwijk (gehuwd met Henricus Jacobus de Wijkerslooth de Weerdesteyn), ingevolge procuratie dd. 25 oktober 1797 voor notaris J.P. Kuenen te Haarlem, verklaart dat zij van haar overleden vader Eduard Pieter Ram van Schalkwijk had geërfd een erfje met grond op de Grote Gemeente te Cothen, beginnend aan de boom over de Rijn, strekkend tot aan de weide van het Vrouwenklooster, 27 roeden lang en 16 roeden breed, uit de Rijn tot de Domproostenweg, zijnde tinsgoed van de Domeinen, waarmee zij vervolgens door de tinsmeester is beleend, 8 november 1797
1088 Stukken over de afkoop door Anna Catharina Maria Ram van Schalkwijk, gehuwd met de heer De Wijkerslooth, ingevolge decreet van het provinciaal bestuur van Utrecht dd. 6 september 1797, van de tins van vijf percelen land te Cothen van het provinciaal bestuur en van de erfpacht van 6 morgen land te Cothen van het Vrouwenklooster, 1797
1089 Memorie, waarschijnlijk ten behoeve van aankoop, over percelen land onder Cothen, grenzend aan Weerdesteyn, behorend tot de hofstede die door [Anthonie] Slagmaat wordt gehuurd, ongedateerd, [ca. 1808]
1090 Afschrift van een akte, voor notaris H. van Noordbeek te Wijk bij Duurstede, waarbij Cornelis van Lakerveld, als gemachtigde van Elisabeth Catharina van Grootveld en Johanna Maria van Grootveld (gehuwd met Michaël Helmich), beiden wonend te Vilsteren, erfgenamen van de overleden Isabella Catharina van den Berch van Lunenburg, ingevolge procuratie dd. 25 augustus 1813 voor notaris H. van der Meer te Culemborg, namens hen verklaart te hebben verkocht aan Anna Catharina Ram van Schalkwijk, weduwe van Henricus Jacobus de Wijkerslooth de Weerdesteyn, wonend te Haarlem, via haar gemachtigde Wouter van der Horst te Cothen, 6,5 morgen bos in Cothen, strekkend van het Zandpad tot aan haar eigen land, met ten westen de Domeinen en ten oosten vrouw Koopstra, 22 september 1813
8.3.2.1. Land aan de Dwarsdijk
8.3.3. De Meern
8.3.4. Doorn
8.3.5. Honswijk (Tull en 't Waal)
8.3.6. Houten-‘t Goy
8.3.7. IJsselstein
8.3.8. Langbroek
8.3.9. Oudenrijn en Heicop
8.3.10. Oudewater
8.3.11. Pijlsweerd
8.3.12. Schalkwijk
8.3.13. Snelrewaard
8.3.14. Veenendaal
8.3.15. Wijk bij Duurstede
8.3.16. Wulven
8.4. Noord-Brabant
8.5. Friesland
8.6. Gelderland
8.7. Zeeland
9. Goederen in België
10. Stukken waarvan de plaats in of het verband met het archief niet duidelijk is
11. Varia
12. Bijlage 1: Stamreeks De Wijkerslooth (de Weerdesteyn)
13. Bijlage 2: Stamreeks Ram (van Schalkwijk)
14. Bijlage 3: Concordantie archief Van Wijkerslooth (Het Utrechts Archief)
Erfgoedstuk
15. Bijlage 4: Concordantie archief Huis Hindersteyn
Erfgoedstuk
16. Bijlage 5: Verzameling visitekaartjes onder inv.nrs. 1788-1789 afkomstig van Jean Baptiste Louis Corneille Charles de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Erfgoedstuk
17. Ongeïnventariseerd
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden

Kenmerken

Datering:
1418-1939
Plaatsnaam:
Langbroek, Cothen, Wulven, Velsen, Spaarnwoude, Haarlem, Oudkarspel, Zijpe, Oostgeest, Alkmaar, Edam
Omvang:
13,50
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Herkomst:
Particulier
Auteur:
A.A.B. van Bemmel
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn 1418-1939
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 386
Categorie:
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden