Collectie

386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
386   Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
Inleiding
1. Familie
2. Archief
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden
Inventaris
1. Inventarissen, genealogieën en heraldiek
2. Familie De Wijkerslooth
3. Familie Ram (van Schalkwijk)
4. Onverdeelde goederen Ram van Schalkwijk
5. Familiefondsen Ram van Schalkwijk - De Wijkerslooth
6. Nauw verwante families
7. Overige (verwante) families in Nederland, België en Nederlands-Indië
8. Goederen in Nederland
8.1. Noord-Holland
8.2. Zuid-Holland
8.2.1. Arkel
8.2.2. Barendrecht
899 Akte voor Jacob Oem Tielmansz, Adriaen Pallaes Jansz, Geerbrant van de Coulster Willemsz en Cornelis Dammaesz, schepenen van Dordrecht, waarbij Wolffaert Willemsz verklaart te hebben verkocht aan Willem Vastraetsz 3 morgen land gelegen in het onbedijkte land in Mijnsheren-ambacht van Wassenaar en in Jacob Damaesz ambacht, 9 november 1484 i
900 Akte waarbij Heinryck Gillisz, dijkgraaf, Gherbrant van den Colster [Coulster] Willemsz, Cornelis Heinrycksz, Govert van Bemont Adriaensz, Willem Vastraetsz, Jacob Jan Weynsz, Jan van Driell Pietersz en Mans Claesz, hoge heemraden in het nieuwe land in de Riederwaard in het ambacht Oost-Barendrecht, gelet op de bedijkingsprivilegiën [in 1403] gegeven door hertog Albert van Beieren [, graaf van Holland], verklaren dat Willem Vastraetsz in dat nieuwe land een stuk land van zesdehalve morgen uit het slijk heeft opgedijkt in een weer van 10 morgen gemeen met Jacob Roelen en Adriaen Monnesz, zoals die nu in hoefslag liggen tussen ten oosten het land van Jacob Roelen en ten westen het land van heer Cornelis Haes Gherytsz, dat van priester Jacob van Scoer alsmede dat van Adriaen Monnesz, en daarmee dat door hem opgedijkte land in eigendom heeft verworven, 7 april 1485 i
386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn
Inventaris
8. Goederen in Nederland
8.2. Zuid-Holland
8.2.2. Barendrecht
900
Akte waarbij Heinryck Gillisz, dijkgraaf, Gherbrant van den Colster [Coulster] Willemsz, Cornelis Heinrycksz, Govert van Bemont Adriaensz, Willem Vastraetsz, Jacob Jan Weynsz, Jan van Driell Pietersz en Mans Claesz, hoge heemraden in het nieuwe land in de Riederwaard in het ambacht Oost-Barendrecht, gelet op de bedijkingsprivilegiën [in 1403] gegeven door hertog Albert van Beieren [, graaf van Holland], verklaren dat Willem Vastraetsz in dat nieuwe land een stuk land van zesdehalve morgen uit het slijk heeft opgedijkt in een weer van 10 morgen gemeen met Jacob Roelen en Adriaen Monnesz, zoals die nu in hoefslag liggen tussen ten oosten het land van Jacob Roelen en ten westen het land van heer Cornelis Haes Gherytsz, dat van priester Jacob van Scoer alsmede dat van Adriaen Monnesz, en daarmee dat door hem opgedijkte land in eigendom heeft verworven, 7 april 1485
Datering:
7 april 1485
Omvang:
1 charter
Opmerkingen:
Met aan de andere zijde aantekening ‘5,5 morgen’ respectievelijk ‘5 morgen 300 roeden’. Acht beschadigde zegels
Reden geen uitleen:
Dit stuk is gedigitaliseerd

Vorige
Volgende

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
laatste wijziging 16-01-2024
1 gedigitaliseerd
totaal 11 bestanden
901 Afschrift van een akte waarbij Jacob Jacobsz en Geryt Jacobsz, gebroeders, verklaren te hebben verkocht aan Jan van Dryl Pietersz een stuk buitenland buitendijks tegen alzulks bedijkt land dat Jan van Dryl Pietersz en Wouter Ghijsbrechtsz, de wagenmaker binnen het ambacht van West-Barendrecht, bedijkt hebben en van hun overleden vader hebben gekocht, bezegeld door meester Jan Duyck Willemsz, 6 juli 1487
902 Afschrift van een akte dd. 5 juli 1487 [!] voor Willem Zegherssz, Pieter van Slingelant heer Dircxsz, Claes Jan Bakel Dircksz en Gerbrant van der Culster [Coulster] Willemsz, schepenen van Dordrecht, waarbij Joost Adriaensz de Brouwer verklaart te hebben verkocht aan Jacob Mertijnszn de Bakker een stuk uiterland van 12 morgen in Mijnsheren-ambacht van Wassenaar in het ambacht van Oost-Barendrecht, tegenover de 4 morgen land als hij binnendijks heeft liggen tussen ten oosten het land van Willem Vastaertszn en ten westen het gemene land van de erfgenamen van Damaes de Vleeshouwer, van Jan van Steenberghen en van de kerk van Heerjansdam, ongedateerd [eind 15de eeuw]
903 Akten:
- voor Willem Willem Zegersz, Pieter van Slingelant heren Dircxzn, Claes van Bakell Dircxzn en Geerbrant van den Coulster Willemsz, schepenen van Dordrecht, waarbij Joest Adriaensz de Brouwer verklaart te hebben verkocht aan Jacob Martijnsz de Bakker 12 morgen uiterland in Mijnsherenland van Wassenaar in het ambacht van Oost-Barendrecht tegenover 4 morgen land die hij binnendijks heeft liggen tussen ten oosten het land van Willem Vasterszn en ten westen het land van Damaes de Vleeshouwers-erfgenamen, alsmede dat van Jan van Steenbergh en dat van de kerken van Heerjansdam, 12 augustus 1488.
- waarbij Claes van Bakell Dircxsz, Geerbrant van der Coulster Willemsz, Adriaen Jan Martijnszzoon en Willem Jan Reynersz-zoon de Bakker, schepenen van Dordrecht, verklaren dat op 17 juni 1489 Joest Adriaensz de Brouwer uit de 12 morgen uiterland, zoals genoemd in de doorgestoken brief, is ‘gebannen’ en dat Jacob Martijnsz dan in zijn [eigendoms]recht staat, 12 augustus 1488., 12 augustus 1488 i
904 Lijst van personen waarover de onkosten op Heerjansdam moeten worden omgeslagen, ongedateerd [ca. 1500]
905 Akte voor Pieter Schoeck Willemsz, baljuw van Zuid-Holland, Symon Willemsz en Airt Besemmer Cornelisz, welgeboren mannen van Zuid-Holland, waarbij Pieter Diricxsz, als gemachtigde van IJsbrant Pietersz van Rotterdam, verklaart dat het een jaar geleden is dat hij samen met Cornelis Woutersz, Jacob Heyndricxsz, Thonis Heyndricxsz en Adriaen Woutersz, aangenomen heeft al dat uiterland en aanwas met de visserij en vogelerij, strekkend van de hoge dijk af tot in het diepe toe, in het ambacht van Oost-Barendrecht, zo groot en breed als het land dat genoemde IJsbrant Pietersz binnen de hoge dijk heeft liggen, en dat er in die tijd niemand anders is gekomen om dat zelfde te doen, gedaan binnen Dordrecht, 18 juni 1525 i
906 Akte waarbij Pieter Dircxzn, wonend aan de Hordijk, in tegenwoordigheid van Cornelis Willemsz de Oude, schout van IJsselmonde, en Daniël Hillebrantsz, verklaart voor 4 gulden per jaar voor 15 jaar te hebben gehuurd van IJsbrant Pietersz de helft van diens stuk uiterland buitendijks voor diens achter de winterdijk gelegen bedijkte land in Oost-Barendrecht, waarbij de verhuurder de andere helft van het stuk aan de huurder heeft gegeven onder de voorwaarde dat de huurder op zijn eigen kosten een zomerdijk aanlegt, St. Geertruyden-dag, [17 maart] 1526
907 Akte voor Cornelis Willem Clemensz, Jan Hallinc Ockersz, Loudewijn van Doenckwaert heer Willemsz en Pieter Muijs Jacobsz, schepenen van Dordrecht, waarbij Cornelia van Cleynborch [Cleyenborch], weduwe van Vastert Willemsz, verklaart dat zij heeft verkocht aan Henrick van der Stapel een stuk uiterland in de Zijdewij in Oost-Barendrecht, gelegen voor een stuk binnenland van 8 morgen 4 hont, 17 juli 1541 i
908 Afschrift memorie waarbij Adriaen Meensz [tekent met Moensz], ‘schoofsbode’, verklaart dat de erfgenamen van Claes van Noorden met hem hebben doen ‘wegen’ enig uiterland, liggend in Oost-Barendrecht buiten de Zijdewij voor een weer land van 16 morgen dat ligt in een weer van 17 morgen, 5 april 1548
909 Akte waarbij Jan van Spruinckshouck verklaart te hebben verkocht aan Willem Vastertsz te Dordrecht een stuk uiterland buitendijks [bij Barendrecht], met als getuigen Peter Jansz en [Swijer] Willemsz, kuipers te Dordrecht, ‘zaterdag voor XIII-dag’, [5 januari] 1544
910 Akte waarbij Pieter Symonsz verklaart te hebben verkocht aan Frans van Sapel [Stapel] een stuk uiterland, liggend buiten de Zijdewij [bij Barendrecht], ongedateerd [ca. 1550]
911 Akte waarbij Willem Cornelisz Makelaer verklaart te hebben verkocht aan zijn neven Cornelis Petersz van ’t Scharlaicken en Henrick van Staepel Fransz de benedenhelft van een stuk buitenland, genaamd de Zijdewij of Liesveld, op of bij Heerjansdam, en ter vrijwaring ervan als borg heeft gesteld Guillibrort van Vuijtenbrouk, secretaris van Dordrecht, 28 februari 1548
912 Akte waarbij Hadewij Adriaensdr, weduwe van Floris Adriaensz, wonend in de Linde, in bijzijn van Adriaen Woutersz, schout in de Linde, en Cornelis Florisz, schout aldaar, verklaart van Cornelis Pietersz, poorter van Dordrecht, te hebben ontvangen de koopsom van de helft van een stuk uiterland, genaamd Het Liesveld, in Oost-Barendrecht, 30 maart 1556
913 Afschrift van een akte waarbij Hijndrick van Staepel [Stapel] Fransz en Cornelis Pietersz van Scaerlaken verklaren te verhuren aan ... [ontbreekt] Pietersz, Jacob Aertsz, Adriaen Tonisz en Tonis Jacobsz een stuk uiterland [bij Barendrecht], genaamd Het Liesveld, gelegen buiten de Zijdewij, van 4 morgen buitenbedijkt aan de oostzijde bij Willem Vastertszoonsland, aan de westzijde de bepaalde dammat ‘de vijfhonderd erfgenamen’, Jan van Steenberghen alsmede de kerk van heer Jansdam, 17 november 1564
914 Akte voor Aert Jonge Adriaensz, Willem Stoop, Staes Govertsz en Heynric Cornelis Heynricxsz, schepenen van Dordrecht, waarbij Neeltge Jacop Gheritsz-weduwe verklaart te hebben gehuurd van Vastert Willemsz uiterland in Oost-Barendrecht vóór een stuk binnenland van 8 morgen 4 hont, 27 april 1578 i
915 Afschrift ordonnantie van het ambacht van West-Barendrecht van de nu bedijkte landen met eigenaren en grootte, 25 mei 1588
916 Akte waarbij de dijkgraaf en heemraden van het land van Zwijndrecht verklaren dat zij op 28 juli 1594 hadden aanbesteed het leggen van een dam aan de dijk achter Heerjansdam op de molen van Nieuw-Barendrecht waartoe de benodigde zoden uit het gors De Liesveld waren gehaald en waarvoor de betrokken eigenaren van het gors nu recht wordt gedaan, 16 januari 1608
917 Afschrift ten eerste van een akte dd. 15 oktober 1637 waarbij de ambachtsheer, de dijkgraaf en heemraden van Siedewij ten eenre met de eigenaren van het Groot Liesveld, Matheus Rees te Dordrecht en Gherwen Antonissen Hooghewerff ten andere, afspraken maken over het graven van een sluisvliet in het Liesveld tussen het Groot Liesveld ten oosten en de landen van Mattheus Rees, Gherwen Antonissen met de kinderen van de overleden Cornelis Ariensen en Maertgen Pieters ten westen, en ten tweede van een meting dd. 14 april 1638 van landmeter Jacob Sperwer van de uitwatering van Siedewij door het Liesveld, 1650
918 Akte waarbij Huijbrecht Pietersz, Pieter Sloet, Willem Jooste, Arien Hillebard en Cornelis Hillebard verklaren gezamenlijk te hebben verkocht aan Frans van Stapell 2 schorren, liggend aan de Zijdewij bij Heerjansdam aan de buitenzijde van de dijk van Barendrecht, 8 april 1641
919 Kwitanties van ontvangen gelden voor het verrichten van werkzaamheden in Het Liesveld in de Nieuwe Zuidpolder van Barendrecht, eigendom van de neven Allard van Rijn en Cornelis van Blocklandt, 1644-1655
920 Afschrift afspraak dd. 1 mei 1651 waarbij aan Allard van Rijn c.s. als eigenaren van land in het Ouderliesvelt, gelegen in de nieuw bedijkte zuidpolder van Barendrecht, de gerechte helft is toebedeeld het voorste deel, strekkend van de oude dijk zuidwaarts, en dat de eigenaren van de nederhelft hen een toegift van 1000 gulden zullen betalen, gedaan door landmeter Matthijs van der Velden, 30 juni 1651
921 Afschrift van een akte, voor notaris A. Meijnaart te Dordrecht, waarbij Maria van Benschop, weduwe van Allard van Rijn, wonend aldaar, en Maarten van Blocklandt, heer van Emmickhoven, wonend te Utrecht, verklaren hun tot nu toe gemeenschappelijke land van 7 morgen 103 roeden in de Zuidpolder van Barendrecht, met ten oosten de zuiderdijk, ten zuiden de kinderen van Dirck Fransse c.s., ten westen Pieter Bastaansz, Arien Dircsz en anderen, en ten noorden de oude Barendrechtsedijk, in twee gelijke delen te hebben verdeeld waarbij Van Blockland het noordelijke deel, gebruikt door Pieter Aartsz Sandelingen, krijgt en Van Benschop het zuidelijk deel, gebruikt door Pieter Dirxsz van de Wegh, 10 december 1675
922 Manuscriptkaartje met een schets van enkele landerijen tussen de Zijdeweij en de oude dijk van Barendrecht waarin sprake is van de kinderen van Dirck Fransz, juffrouw Van Rijn, jonker Blocklant alsmede van Cornelis Claesz van Dijck, ongedateerd [ca. 1675]
8.2.3. Beijerland
8.2.4. Bonaventura
8.2.5. Cromstrijen
8.2.6. Gorichem
8.2.7. ‘s Gravendeel
8.2.8. Heinenoord
8.2.9. Leerbroek
8.2.10. Moerkerken
8.2.11. Piershil
8.2.12. Puttershoek
8.2.13. Sandelingen
8.2.14. Schelluinen
8.2.15. Strijen
8.2.16. Wassenaar
8.2.17. Zoeterwoude
8.2.18. Zwijndrecht
8.3. Utrecht
8.4. Noord-Brabant
8.5. Friesland
8.6. Gelderland
8.7. Zeeland
9. Goederen in België
10. Stukken waarvan de plaats in of het verband met het archief niet duidelijk is
11. Varia
12. Bijlage 1: Stamreeks De Wijkerslooth (de Weerdesteyn)
13. Bijlage 2: Stamreeks Ram (van Schalkwijk)
14. Bijlage 3: Concordantie archief Van Wijkerslooth (Het Utrechts Archief)
Erfgoedstuk
15. Bijlage 4: Concordantie archief Huis Hindersteyn
Erfgoedstuk
16. Bijlage 5: Verzameling visitekaartjes onder inv.nrs. 1788-1789 afkomstig van Jean Baptiste Louis Corneille Charles de Wijkerslooth de Weerdesteyn
Erfgoedstuk
17. Ongeïnventariseerd
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden

Kenmerken

Datering:
1418-1939
Plaatsnaam:
Langbroek, Cothen, Wulven, Velsen, Spaarnwoude, Haarlem, Oudkarspel, Zijpe, Oostgeest, Alkmaar, Edam
Omvang:
13,50
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Herkomst:
Particulier
Auteur:
A.A.B. van Bemmel
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 386 Familie De Wijkerslooth de Weerdesteyn 1418-1939
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 386
Categorie:
laatste wijziging 21-02-2024
1.973 beschreven archiefstukken
354 gedigitaliseerd
totaal 2.350 bestanden